Mijn bevalling

Het is donderdagavond 15 oktober wanneer ik het idee heb dat ik beetjes in mijn broek plas. Ik heb zeurende buikpijn (dit is niet nieuw want ik heb vanaf dag 1 al buikpijn) maar toch voelt de buikpijn anders. Ik heb al 2 keer een nieuwe onderbroek aangedaan en ik besluit lekker charmant zo’n kraamverband in te doen (romantischer ging het toch al niet worden vanavond). Op vrijdagochtend ga ik plassen en zie ik een druppel bloed. Ik beslis nog even terug naar bed te gaan en om half 9 de verloskundige te bellen. Ik voel me bezwaard om te bellen maar toch doe ik het.

“Ik kom over een uurtje naar je toe.” Daar is ze. “Ga maar op bed liggen. doe je broek en onderbroek maar uit en blaas maar hard op je hand”. Ik schaam me kapot. Broek uit, zij die er zo in kijkt. Maar ik besef me ook dat ik weinig keus heb. “Ik denk dat het gewoon afscheiding is”. Ik kan wel janken. Ik bel voor afscheiding. “Als het morgen niet veranderd is, bel ons dan weer”. Ik bel precies helemaal niemand meer, hoor ik mezelf denken. Wat voel ik me voor lul. Zaterdagochtend is het niet minder geworden. Ik verlies wel heel veel afscheiding. “Bel toch gewoon Mier, zegt mijn moeder”. “Ikke niet, voor afscheiding? Echt niet”.

“Hoi, je spreekt met de verloskundige, mijn collega was gisteren bij jou. Is het veranderd?” “Ja dat klopt. Nee, ik verlies inmiddels meer afscheiding dan gister.” “Ik kom zo jouw kant op”.

Het is inmiddels zaterdag einde ochtend. Timo is aan het klussen met mijn vader bij mijn zwager en zus. Normaal had ik gezellig meegegaan maar ik voelde me niet lekker. Ik heb al 2 nachten slecht geslapen, buikpijnen. Ik lig op de bank film te kijken wanneer de verloskundige aanbelt. “Ik kan het niet goed plaatsen. Het zijn geen golven vruchtwater maar ik geloof ook niet dat dit afscheiding is. Bel Timo maar naar huis. Ik stuur je door naar het ziekenhuis. Dit moet gecheckt worden”.

Aangekomen in het ziekenhuis ga ik 45 min aan de scan om te kijken of ze het nog leuk vindt in mijn buik. Dit is gelukkig het geval. Ik moet zo’n ziekenhuis handschoen in mijn kruis leggen zodat ze het kunnen opvangen wat er daar beneden uit komt. Hierna gaan we naar de arts om alles door te nemen. Timo mag hier bij zijn. “Je mag je uitkleden en de handschoen aan mij geven.” Ik doe netjes wat ze vraagt en op het moment dat ik dit doe, vliegt het “water” of afscheiding alle kanten op. Ik schaam me kapot. ikzelf, de grond, haar bureau en haar jas. Alles zit onder. “oh, sorry! mijn excuus.” “Maak je niet druk, ik heb altijd reserve kleding bij me. Dit is nog minimaal.” Ze stelt me op mijn gemak, want ondanks het allemaal maar moet, vind ik het stiekem best spannend. Uitslag van de scan bekijkt ze, de afscheiding/vruchtwater en ze maakt een echo. “Ik gok dat er een scheur in je baarmoederwand zit waardoor je vruchtwater verliest. (Vergeef me als ik het verkeerd zeg, zoiets was het) “Ik ga nog heel even met de eendenbek kijken”. Dit ken ik van mijn uitstrijkje, ontspannen en gaan. Ik hoor een raar geluid en het doet flink pijn. Ik schrik en ik kijk Timo aan. “je hebt een stevige bekkenbodem, de eendenbek breekt af”. We moeten lachen. Ik gok dat ik meer lach van de zenuwen en pijn tegelijk dan dat ik het echt grappig vind. “Als dit al zo’n pijn doet, ben ik benieuwd naar de bevalling”, zeg ik. “Je mag morgenochtend om 6 uur komen. We gaan je inleiden want je moet binnen 72 uur zijn bevallen na het breken van vruchtwater”. Wat een nachtmerrie. Dit wilde ik niet, inleiden. We gaan naar huis.

Eenmaal thuis aangekomen ga ik alles verder in mijn vluchtkoffertje stoppen. Ik had immers nog 10 dagen en totaal niet lekker voorbereid. Zo, alles klaar voor morgenochtend. Laten we lekker gaan slapen zegt Timo. Ik zet de wekker om 4:30 uur. Het is inmiddels 21:00 uur. Timo ligt op bed voetbal te kijken (what else) en ik ben nog een beetje aan het rommelen wanneer ik buikkrampen krijg. Flinke buikkrampen. Alsof ik ongesteld moet worden. “Dit is denk ik van dat uitstrijkje” zeg ik tegen Timo. Om 21:30 uur besluiten we het bij te gaan houden. “Bel maar voor advies” zeg ik. Je denkt van te voren, ik blijf zo lang mogelijk thuis. Maar de onzekerheid slaat toe. Is dit het? Is het een wee? Hoe snel gaat het? “die baby valt er echt niet zomaar uit”. Nou, ik heb filmpjes gezien. Die baby kan er echt wel zomaar uitdonderen.

“Kom maar richting het ziekenhuis”. Ik ga op mijn gemak douche, en echt op mijn gemak. Want jezelf scheren en haren wassen met flinke buikkrampen is niet het meest makkelijke. Om 23:30 uur rijden we naar het ziekenhuis.

“Hoi Mireille, welkom. Dit is vanaf nu jullie kamer en hier word jij straks mama.” Het voelt alsof ze me in mijn gezicht slaat. De bodem onder mijn voeten vandaan getrokken wordt en mijn keel dicht wordt geknepen. Daar sta ik dan. Met een koffertje, Timo en een dikke buik, in kleding waar ik normaal niet de deur mee uit ga. Hier sta ik dan, zonder mijn vader en moeder waar ik altijd op kan bouwen en terug vallen. De angst slaat even toe, want kan ik dit wel? Gaat mij het lukken? Ik herpak mezelf. Ik kan niet meer terug, die baby zal er toch uitmoeten. Ik wilde zo graag de baby uit mijn buik maar nu denk ik, laat het er maar in zitten. Ik ga weer naar huis.

De dames in het ziekenhuis zijn onwijs lief voor me. Ik denk dat ik vast niet de eerste ben die haar met angst in de ogen aankijkt. Ze gaat bij me op bed zitten en legt haar hand op mijn been. “Ik ben er voor jou en ik ga nergens naar toe als jij dat niet wilt.” “Mag ik een kots bakje?” De pizza die ik had gegeten komt er volledig uit. Goeie binnenkomer ook. Ik had eens gelezen dat je lijf “opruimt” voordat je gaat bevallen. Dat is dus geen fabeltje. Ik spuug de longen uit mijn lijf. 5 bakjes vol om precies te zijn.

Ze voelt hoeveel cm ontsluiting in heb. 2 centimeter. Dat is beter dan niets, denk ik in mezelf. Dat schiet op. “Je hebt langdurig gebroken vliezen, lees ik” Ze had er een mooier woord voor, maar dat ben ik vergeten. “Ik ga je vruchtwater breken en hierna zullen je weeen heel heftig gaan worden.” Het breken ervan voelde ik niet echt dus ik dacht dat ik vast gespaard werd. Nou, dat had ik mooi mis. Ik vraag of ze me omhoog kan tillen tijdens een wee want op bed krijg ik ze niet opgevangen. Ik maak Timo wakker, die is in slaap gevallen op de stoel. Ik kan het beter op een stoel. Timo valt op het bed weer in slaap, ik merk dat ik heel stil alles op probeer te vangen. Wanneer Timo wakker wordt gaat hij roken. Ik ben al 4 uur aan het bikkelen, op de stoel. Ik raak vermoeid. Nu al. Wanneer Timo weg is krijg ik een weeenstorm (zo heet dat heb ik me laten vertellen). 45 minuten lang, iedere minuut een wee. Achteraf gezien raak ik in paniek. Ik heb pijn, onbekende pijn. In een vreemde ruimte en ik ben alleen. Ik voel me ook alleen, ik ben bang en ik heb heel-veel-pijn. Ik laat mijn urine lopen, ik kan het niet tegenhouden. Ergens schaam ik me kapot en een ander deel in mij denkt. “het zal me een rotzorg zijn”. Wanneer Timo terug komt, wil ik huilen. Ik wil uitleggen wat ik heb gevoeld, wat ik meemaak maar ik slik het in. Bikkelen zeg ik tegen mezelf, in mezelf. Ik wilde het op eigen kracht doen, geen ruggenprik. Ik moet hier doorheen. Zoals alle vrouwen.

Het is inmiddels 5:10 uur wanneer de verpleegkundige binnenkomt. Niks boeit me meer. Of mijn haar goed zit, of mn wenkies nog in takt zijn en of ze me aangekleed of naakt ziet. “Ik ga even voelen hoe ver je bent”. Ze kijkt me aan en zegt “je zit op 3 centimeter”. “Dan wil ik een ruggenprik” Ik was al zo lang aan het bikkelen, de vermoeidheid sloeg enorm toe. “weet je het zeker?” “Zou u het niet doen?” “Jawel, we leven niet in Afrika. We hoeven niet zo’n pijn te lijden. Ik ga de arts bellen.”

Ze blijft bij me tot de arts binnen is. “sorry, dokter. Ik had anders gehoopt maar ik wil toch de ruggenprik. Ik denk dat ik dood ga. Ik kan het niet.” “Dan gaan we maar gauw de prik zetten” Hij was vriendelijk, lief en grappig. Ik had alleen te veel pijn om te kunnen lachen. Ik moet voorover gaan zitten. Nu lijkt dit geen probleem, als je geen buik gehad had. Aangeven wanneer er een wee aankomt en tussen een wee door proberen ze de ruggenprik te zetten. Het voelt alsof ik niet meer aankan dan dit. Ik ben aan het einde van mijn latijn en ik hoop alleen maar dat dit zo snel mogelijk voorbij is. Ik had niet verwacht dat het zo fijn zou zijn om op 2 enorme tieten te liggen met mn gezicht. Ze wrijft me zachtjes over mijn wang. “Nog even bikkelen lieverd, het duurt erg lang waardoor het zo wel moet lukken.” Wanneer de prik erin zit na 25 minuten, zegt de dokter mij dat ik binnen 20 minuten pijnloos moet zijn. 20 min nog? denk ik in mezelf. Dat red ik niet. De dokter staat nog een heel verhaal te doen wanneer ik de pijn in vlot tempo weg voel trekken. “God god god, wat voelt dit goed”. Dit is top. Ik voel niets meer buiten een rare tintelende schaamlip. Dit kan ik aan. Ik klaag niet. Tintel er maar af. Voor mijn part. Om half 7 heb ik 8 cm ontsluiting. “Hoi mam, kan jij hier rond half 9 zijn? Ik heb je er graag bij.” “Zeker weten schat, niets liever. tot zo.”

Het is inmiddels 10 uur. Ik mag beginnen met persen. Ik puf en blaas naar rechts. Ik was bang dat ik uit mijn mond zou stinken en zij dat zou ruiken. Waar denk je over na he…. na 20 minuten vraag ik hoe lang ik nog moet. Hooguit nog 20 minuten. Dan is ze er.” Om 10:28 uur wordt Nové geboren. Een gezonde baby komt ter wereld. Eindelijk, het zit erop. Toen niet wetende… dat dit pas het begin was.

Tot de volgende blog. Liefs.

Vond je het een leuke blog?

Share on facebook
Deel op Facebook
Share on twitter
Deel op Twitter
Share on linkedin
Deel op Linkdin
Share on pinterest
Deel op Pinterest

Eén reactie

  1. Tijdens je bevalling kan niets je meer schelen…..al lig je op het toneel in een uitverkocht Care 🤣🤣

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerd

Misschien ook leuk voor jou.

Ergens eind november op een zondagavond. Ik moet mijn pil nog innemen maar kan deze nergens vinden. Dit is niets geks, want ik weet

15 april 2020

Ik werk bij een transportbedrijf zoals menig van jullie misschien wel weten. Of niet. Het maakt ook allemaal niet uit. Maar, toen heel de

25 maart 2020

Ik hoor mezelf al maanden roepen; “ik moet er echt meer op uit. Meer voor mezelf doen. De kids vaker wegbrengen.” Maar het is

3 januari 2023